Wetgeving 2024

2024 zal een opmerkelijk jaar zijn voor ondernemingen, omdat er een diversiteit aan nieuwe regelgeving op het gebied van arbo en milieu van kracht wordt. Bovendien zullen eerdere wetswijzigingen hun invloed laten gelden gedurende dit jaar. Daarnaast worden er meerdere voorstellen besproken die in 2024 mogelijk resulteren in nieuwe regelgeving. In dit overzicht een opsomming van veranderende wet- en regelgeving waarvan wij denken dat deze interessant zijn voor onze klanten.

Wat staat ons te wachten in 2024?

Let goed op de nieuwe arboregelgeving die dit jaar geïmplementeerd wordt. Het is belangrijk om hier bewust van te zijn.

Omgevingswet

Een andere spannende ontwikkeling is de Omgevingswet. Hoewel deze oorspronkelijk gepland stond voor 1 januari 2023, werd het als niet-verantwoord beschouwd om toen al van start te gaan. Vanaf 1 januari 2024 zullen echter diverse wetten en regels met betrekking tot ruimtelijke ordening en leefomgeving samengevoegd en vereenvoudigd worden.

Voor arboprofessionals is er een belangrijke verandering: de verantwoordelijkheid voor het opstellen van lokale milieuregels en omgevingsplannen komt voortaan bij de lokale overheid, vaak de gemeente, te liggen.
Daarnaast wordt het begrip ‘inrichting’ vervangen door ‘milieubelastende activiteit’ (MBA). Zelfs tijdelijke, locatiegebonden activiteiten kunnen hieronder vallen. Het kan dus verschillen per gemeente hoe deze wijzigingen bedrijven beïnvloeden.

Duurzaamheidsrapportages (CSRD)

In het kader van de Green Deal heeft de Europese Unie een nieuwe richtlijn aangenomen die bedrijven verplicht om jaarlijks verslag uit te brengen over hun inzet op het gebied van duurzaamheid. Deze Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) bepaalt dat steeds meer bedrijven gedetailleerd moeten rapporteren over de effecten van hun activiteiten op mens en milieu. Dit omvat bijvoorbeeld CO2-uitstoot en de invloed die het bedrijf heeft op biodiversiteit en schendingen van mensenrechten in de toeleveringsketen.

De CSRD voorziet in gedetailleerde voorschriften met betrekking tot de inhoud en vorm van deze voorgeschreven verslaglegging. Bedrijven dienen ruim van tevoren klaar te zijn om hieraan te voldoen.

Verplichting start:

  • Grote beursgenoteerde ondernemingen vanaf 2024
  • Grote ondernemingen (meer dan 250 medewerkers en/of een omzet groter dan €40 miljoen en/of een balanstotaal groter dan €20 miljoen – ten minste twee van deze criteria) vanaf 2025
  • Beursgenoteerde MKB-bedrijven vanaf 2026
  • Overige MKB-bedrijven: er wordt nog overwogen of er een vereenvoudigde versie komt
  • Het kan echter voorkomen dat een klein bedrijf eerder met deze richtlijn te maken krijgt doordat grote bedrijven, op basis van hun eigen CSRD-verplichtingen, eisen stellen aan andere bedrijven in de toeleveringsketen.

Elk land stelt zijn eigen boetes vast voor bedrijven die niet aan deze Europese richtlijn voldoen. Verwacht wordt dat deze boetes hoger dan €100.000 zullen zijn.

Nieuwe Asbestregelgeving

Tegen het einde van 2024 zal hoogstwaarschijnlijk de nieuwe regelgeving omtrent asbestverwijdering in werking treden. Het voornaamste streven is om deze regels meer risicogericht te maken. Wanneer we kijken naar zogeheten ‘B-toepassingen’ van asbest, wordt verwijdering als riskant beschouwd. Hierbij doelen we bijvoorbeeld op lichtgebonden en niet-gebonden toepassingen zoals asbestboard, asbestkarton en spuitasbest.

Enkel een gecertificeerd verwijderingsbedrijf mag zich bezighouden met het verwijderen van deze vormen van asbesttoepassingen. Echter kan een deskundig, maar niet-gecertificeerd bedrijf wel de minder risicovolle A-toepassingen aanpakken. Deze betreffen onder andere losliggende of enkel geklemde asbestcementtoepassingen in binnenruimtes. De nieuwe regelgeving omvat eveneens een gloednieuw digitaal instrument ter beoordeling van asbestsituaties.

Geen thuiswerkwet

In september 2023 heeft de Eerste Kamer verrassend tegen de Wet Werken waar je wilt gestemd, wat voor opschudding zorgde. Voorafgaand aan deze stemming was er in de Tweede Kamer nog een overweldigende meerderheid vóór dit wetsvoorstel. Interessant genoeg werd daarin geen recht op thuiswerk voor werknemers vastgelegd, maar wel de verplichting van werkgevers om redelijk en billijk om te gaan met verzoeken van medewerkers tot thuiswerken.

Door afwijzing van deze nieuwe wet blijft de Wet flexibel werken uit 2016 geldig en effectief. Deze wet stelt onder andere dat werknemers het recht hebben om (gedeeltelijk) op een andere locatie, bijvoorbeeld thuis, te werken. Als een werkgever het verzoek niet wil inwilligen, moet er echter wel overleg plaatsvinden met degene die het indient. Niettemin behoudt de werkgever het recht om het verzoek uiteindelijk af te wijzen.

Machineveiligheid: Verordening machineproducten

De nieuwe Europese Verordening inzake machineproducten introduceert innovatieve veiligheidseisen voor machines. De voorgaande Machinerichtlijn was aanzienlijk verouderd en bood ontoereikende bescherming tegen de risico’s die gepaard gaan met nieuwe technologieën. Opvallend genoeg zijn machines met een laag risicoprofiel niet langer opgenomen in de lijst. Echter, machines met AI-toepassingen voor veiligheidsdoeleinden worden nu wel benadrukt. Daarnaast geldt de verplichte beoordeling van conformiteit door externe instanties slechts voor zes categorieën hoog-risicomachines. Vanaf januari 2027 is deze geheel nieuwe Machineverordening universeel van kracht, tegelijkertijd wordt dan de Machinerichtlijn officieel ingetrokken.

Zelfonderzoek na een ernstig bedrijfsongeval

Een werkgever heeft de verplichting om een ernstig bedrijfsongeval te rapporteren aan de Nederlandse Arbeidsinspectie. In 2023 is er een nieuw proces van kracht geworden voor de afhandeling van zo’n melding: nadat een ongeval heeft plaatsgevonden, kan de arbeidsinspecteur voorstellen dat de werkgever zelf onderzoek doet naar de oorzaken ervan. Bovendien moet de werkgever binnen 15 dagen een plan opstellen om toekomstige bedrijfsongevallen te voorkomen. In de meeste gevallen is zo’n eigen onderzoek mogelijk, behalve bij overlijden.

Het doel van deze nieuwe aanpak is dat de werkgever leert van een ongeval. Als er een grondig onderzoek met bijbehorend plan wordt uitgevoerd, hoeft de werkgever bovendien geen boete te betalen voor het bedrijfsongeval. Na enige tijd zal een arbeidsinspecteur langskomen om te controleren of het plan goed wordt uitgevoerd.

De praktijk laat zien dat zo’n eigen onderzoek aanzienlijke expertise en tijdsbesteding vereist. Regelmatig ontvangt een bedrijf na een eigen onderzoek aanvankelijk afwijzing van de Arbeidsinspectie, meestal omdat de dieperliggende oorzaken van het ongeval onvoldoende zijn blootgesteld in het rapport en de genomen maatregelen.

Om werkgevers te helpen, heeft de Arbeidsinspectie een digitale Zelfinspectietool voor ongevalsonderzoek ontwikkeld.

Deze nieuwe aanpak is overigens niet van toepassing als het slachtoffer een familielid is van de werkgever of jonger dan 18 jaar is. Het geldt ook niet als de werkgever een geschiedenis van handhaving heeft. Een werkgever mag weigeren om het onderzoek zelf uit te voeren. In dat geval neemt de Arbeidsinspectie het ongevalsonderzoek op zich. Hetzelfde geldt als het bedrijf zelf een onderzoeksrapport en -plan indient, maar de kwaliteit ervan, ondanks opmerkingen van inspectie, benedenmaats

Aanvullende Risico- Inventarisatie en -Evaluatie

Per 1 januari 2023 is aangepaste regelgeving van kracht geworden voor bedrijven die werken met een zodanige hoeveelheid gevaarlijke stoffen dat deze een zwaar ongeval kunnen veroorzaken. Door de aanpassing vallen nu minimaal 200 extra bedrijven onder deze regeling Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie. Werkgevers moeten zelf nagaan of de nieuwe regeling voor hun bedrijf geldt.

ARIE-plichtige bedrijven moeten een aanvullende RIE uitvoeren die gericht is op de beheersing van risico’s van zware ongevallen, een veiligheidsbeheerssysteem ontwikkelen en invoeren en een intern noodplan opstellen. Ook moeten deze bedrijven zelf een melding doen aan de Nederlandse Arbeidsinspectie dat ze ARIE-plichtig zijn. Nieuwe ARIE-bedrijven hebben tot 1 januari 2024 de tijd om aan de verplichtingen van de ARIE te voldoen.

Wetsvoorstellen in de pijplijn

Aankomende arbo wet- en regelgeving waar we in 2024 en 2025 wellicht mee te maken krijgen.

Vertrouwenspersoon verplicht

Aan de huidige regelgeving rond ongewenst gedrag is vrij globaal invulling gegeven. Dat geeft best wel wat onduidelijkheid. Met name omdat de Nederlandse Arbeidsinspectie tijdens inspecties hun eigen concretere richtlijnen hanteert. Bijvoorbeeld over de vertrouwenspersoon.

In de Tweede Kamer is in het voorjaar van 2023 het licht aangepaste wetsvoorstel van Groen Links aangenomen om een vertrouwenspersoon verplicht te stellen in een onderneming met ten minste tien werknemers.

Een werkgever kan intern een vertrouwenspersoon aanwijzen of gebruikmaken van een externe vertrouwenspersoon. Bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon van de arbodienst of een vertrouwenspersoon die is ingeschakeld door de sector. De eerste kamer moet zich nog buigen over het voorstel. De datum waarop dat gebeurt en de uitkomst van de stemming zijn beide ongewis.

Dubbele meldplicht bij ernstig bedrijfsongeval van uitzendkracht

In 2024 of 2025 zal een nieuwe wet van kracht worden om de veiligheid van uitzendkrachten op de werkvloer te verbeteren. Nieuw in het wetsvoorstel is dat na een ernstig arbeidsongeval van een uitzendkracht niet alleen het inlenend bedrijf een melding moet doen bij Nederlandse Arbeidsinspectie, maar ook het uitzendbureau deze meldplicht heeft heeft.

Daarnaast is het uitzendbureau verplicht om na een bedrijfsongeval te controleren of er op de betreffende werkplek in het inlenende bedrijf voldoende maatregelen zijn genomen zodat uitzendkrachten er veilig kunnen werken.

Tegengaan van discriminatie bij werving en selectie

In maart 2023 heeft de Tweede Kamer de Wet toezicht gelijke kansen werving en selectie aangenomen. Hierin is onder meer opgenomen dat een werkgever verplicht is een werkwijze op te stellen om te zorgen dat arbeidsmarktdiscriminatie geen rol kan spelen bij werving en selectie. Dit voorschrift zal worden opgenomen in de Arbowet. De Eerste Kamer moet zich hier nog over buigen.

Alles overziend ontstaat een rijkgeschakeerd beeld van vaststaande en mogelijke wetswijzigingen. Zo is 2024 een jaar om als arboprofessional nauwlettend in de gaten te houden.

Let op: dit artikel is een indicatief artikel, gebaseerd op wetgeving en normering. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor het ontbreken van bepaalde zaken.

Geplaatst in Nieuws.