Inleiding
Bij het gebruik van elektrische arbeidsmiddelen kunnen gevaren ontstaan voor de gebruikers én voor de omgeving. De kwaliteit van arbeidsmiddelen verslechtert door gebruik wat leidt tot slijtage, beschadiging en veroudering. Dit kan mogelijk tot een ongeval leiden. Om die reden is de wetgeving gericht op het waarborgen van de veilige staat van arbeidsmiddelen gedurende de hele gebruiksduur.
Doelvoorschriften
De Europese Richtlijn Arbeidsmiddelen die eisen stelt aan het gebruik en onderhoud van arbeidsmiddelen op de werkplek, is in Nederland opgenomen in het Arbobesluit hoofdstuk 7 (Veiligheid van arbeidsmiddelen en specifieke risico’s). Het Arbobesluit valt onder de Arbeidsomstandighedenwet. De hierin opgenomen eisen gelden zowel voor nieuwe als bestaande elektrische arbeidsmiddelen. Een onderdeel van de wettelijke eisen is het regelmatig inspecteren of keuren van arbeidsmiddelen. Het Arbobesluit, artikel 7.4a, eist dat arbeidsmiddelen periodiek worden gekeurd door een deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling.
Keuringseisen risicovol materieel
Voor risicovol materieel, zoals bepaalde typen hijskranen, liften en bepaalde apparatuur onder druk, zijn de keuringseisen gedetailleerd in wetten en normen vastgelegd. Ook voor elektrische arbeidsmiddelen gelden aanvullende voorschriften. Voor deze arbeidsmiddelen worden eisen gesteld aan de keurmeester en de organisatie die de keuringen uitvoert.
Risico-inventarisatie
In beginsel zijn alle eisen die aan arbeidsmiddelen worden gesteld, gebaseerd op artikel 7.3 van het Arbobesluit, ‘Geschiktheid arbeidsmiddelen’. Dit artikel verplicht de werkgever arbeidsmiddelen pas te laten gebruiken na een risico-inventarisatie en -evaluatie van de arbeidsomstandigheden met betrekking tot het veilig gebruik van het middel, rekening houdend met de gevaren die de werkplek zelf met zich meebrengt. Bovendien wordt verwezen naar de NEN-EN ISO 12100-1 norm (Veiligheid van machines: Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen) die bij die risico-inventarisatie en -evaluatie kan worden gehanteerd.
Europese productrichtlijnen, de Machinerichtlijn en CE-markering
De Europese productrichtlijnen waarin de productveiligheidseisen zijn vastgelegd, zijn opgenomen in Nederlandse Warenwet. Eén van deze productrichtlijnen is de Machinerichtlijn. Machines die hieraan voldoen, zijn door de fabrikant voorzien van een CE-markering en gaan vergezeld van een EG-verklaring van overeenstemming. Ook voor CE-gemarkeerde machines is een controle nodig. Het is de taak van de fabrikant om ervoor te zorgen dat het arbeidsmiddel bij het op de markt komen, voldoet aan de Machinerichtlijn (of andere van toepassing zijnde richtlijnen). De werkgever is verantwoordelijk voor de veiligheid tijdens de gebruiksfase (zoals vastgelegd in de sociale wetgeving en opgenomen in het Arbobesluit). Overigens blijft de fabrikant ook verantwoordelijk voor de veiligheid van het arbeidsmiddel volgens het principe van de omgekeerde bewijslast. De fabrikant dient aan te tonen dat het arbeidsmiddel aan de Machinerichtlijn (of andere van toepassing zijnde richtlijnen) voldoet. Bij modificaties door de gebruiker dient zijn werkgever te beoordelen of nog aan de Machinerichtlijn wordt voldaan, dan wel wederom hieraan moet gaan voldoen.
Wetgeving Elektrische Arbeidsmiddelen
Op elektrische arbeidsmiddelen zijn naast de CE-richtlijnen ook verschillende wetgevingen van kracht, waaronder het Arbeidsomstandighedenbesluit hoofdstuk 7 (Richtlijn arbeidsmiddelen) en de NEN 3140.
Heeft CE-markering invloed voor u als keurmeester?
Het antwoord daarop is: ja. U komt namelijk machines tegen zonder én met CE-markering.
Machines met CE-markering
Machines met CE-markering bekijkt u uiteraard kritisch. U bepaalt of alle veiligheidsmaatregelen zoals door de fabrikant aangebracht nog functioneren. Let bij elektrische machines onder andere op doorverbonden tweehandsbedieningen en aangebrachte tie-raps op dodemansknoppen. Belangrijk is om te realiseren dat aanpassingen van CE-gemarkeerde machines ervoor kan zorgen dat de CE-markering vervalt. U (of de aanpasser) wordt dan juridische gezien als de fabrikant. Dit geldt met name als er door de wijziging nieuwe risico’s ontstaan dan wel dat het beoogde gebruik verandert. Voor het aanvullend beveiligen van een machine geldt dit natuurlijk niet. Hierbij kunt u denken aan een aan te brengen afschermkap. Let er wel op dat de aangebrachte afscherming geen nieuwe risico’s met zich mee brengt.
Oudere machines zonder CE-markering
Machines van voor de invoering van de CE-markering dienen tenminste te voldoen aan de Europese Richtlijn Arbeidsmiddelen. Dit minimale veiligheidsniveau (vangnet) is opgenomen in ons Arbeidsomstandighedenbesluit. Aanpassingen komen meestal neer op het aanbrengen van ontbrekende afschermingen, noodstoppen en bedieningselementen.
Risico-reductie
Op basis van de risicobeoordeling kunnen de definitieve veiligheidsmaatregelen voor oudere machines worden vastgesteld. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de Arbeid Hygiënische strategie:
- Risico’s vermijden/aanpak bij de bron (toepassen minimale veiligheidsafstanden, vermijden scherpe delen, etc).
- Bepalingen ter voorkoming of beperking van gevaren (afschermingen, etc.).
- Vermindering blootstelling (verhogen betrouwbaarheid, onderhoudsplaatsen buiten risicogebied, etc.).
- Bepalen arbeidsbescherming (persoonlijke beschermingsmiddelen, pictogrammen, akoestische signalering, etc).
- Voorlichting en instructies (bedieningsinstructies, training, etc.).
Richtlijn Arbeidsmiddelen/Arbobesluit
Europese lidstaten hebben de verplichting om in Europa vastgestelde richtlijnen op te nemen in hun nationale wetgeving. De Europese Richtlijn arbeidsmiddelen vormt een aanvulling op de Machinerichtlijn en is bedoeld voor de eigenaar/gebruiker van de arbeidsmiddelen (werkgever). De Machinerichtlijn is van toepassing op de producent. De richtlijn Arbeidsmiddelen omvat alle fasen van het leven van een arbeidsmiddel:
- Transport;
- Installatie en afstelling;
- Gebruik, instellen;
- In werking zijn, keuring en onderhoud;
- Buiten gebruik stellen, sloop en verwijdering.
De belangrijkste artikelen zijn opgenomen in hoofdstuk 7 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, getiteld “Arbeidsmiddelen en specifieke risico’s”. Het Arbobesluit artikel 7.4 “Deugdelijkheid arbeidsmiddelen en ongewilde gebeurtenissen” beschrijft dat elk arbeidsmiddel zodanig geplaatst of ingericht moet zijn dat gevaarlijke situaties als verschuiven, omvallen, kantelen, oververhitting, brand, ontploffen, blikseminslag en directe of indirecte aanraking met elektriciteit zoveel mogelijk worden voorkomen. Dit is lastig te interpreteren. Vooral omdat beschreven wordt dat het elektrische risico zoveel moet worden voorkomen.
NEN 3140
De Arbobeleidsregels waren tot 2011 van kracht en beschreven de door de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), voorheen: Arbeidsinspectie, gehanteerde regels. Een van deze beleidsregels was de verplichting om minimaal de NEN 3140 na te leven. Deze verplichting is echter te komen vervallen onder Europese druk. De Arbobeleidsregels zijn vervangen door Arbo-catalogi die beschrijven hoe omgegaan dient te worden met de veiligheid van arbeidsmiddelen. De inhoud van de catalogi beschrijft op welke wijze de geldende wetgeving door de Arbeidsinspectie geïnterpreteerd en gehandhaafd wordt, dit worden ook wel minimale beschermingsniveaus genoemd. Een werkgever mag ook een andere vergelijkbare norm, bijvoorbeeld een Duitse of Amerikaanse norm hanteren, uitgangspunt is dat minimaal een gelijk veiligheidsniveau wordt bereikt. In alle Arbo-catalogi wordt voor wat betreft elektrische veiligheid verwezen naar de NEN 3140. In de norm NEN 3140 is vastgelegd dat elektrische arbeidsmiddelen regelmatig geïnspecteerd dienen te worden. Aan deze inspectie worden de volgende eisen gesteld:
- Een visuele controle.
- Een controle door meting of beproeving.
- Een registratie moet worden bijgehouden.
- De inspectie moet aantoonbaar zijn.
- Voor de gebruiker moet duidelijk zijn dat het te gebruiken gereedschap veilig is.
Handhaving wet en regelgeving
De handhaving van de wetgeving voor elektrische arbeidsmiddelen ligt bij de Inspectie SZW. Tijdens reguliere inspectiebezoeken en tijdens onderzoeken naar aanleiding van ongevallen kan de machineveiligheid en elektrische veiligheid worden meegenomen in de onderzoeken. Naar aanleiding van overtredingen heeft de Inspectie SZW de bevoegdheid om boetes op te leggen.
Actualiteit wet en regelgeving
Als keurmeester dient u op de hoogte te zijn van de actuele wet- en regelgeving. Dit kunt u bijhouden door middel van de Staatscourant, de site van het Nederlands Normalisatie Instituut (www.nen.nl) of de site van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (www.arboportaal.nl). Schrijf u nu in voor onze praktische cursus keuren elektrische arbeidsmiddelen volgens NEN 3140. © Ingenium B.V.